ForsideBøgerDe Koffiecultuur

De Koffiecultuur

Forfatter: J. Hagen

År: 1924

Forlag: H. D. Tjeenk Willink & Zoon

Sted: Haarlem

Sider: 95

UDK: 663.93 Hag

Onze koloniale landbouw.

Twaalf populaire handboekjes over nederlandschindische landbouwproducten, onder redactie van dr. j. dekker

Søgning i bogen

Den bedste måde at søge i bogen er ved at downloade PDF'en og søge i den.

Derved får du fremhævet ordene visuelt direkte på billedet af siden.

Download PDF

Digitaliseret bog

Bogens tekst er maskinlæst, så der kan være en del fejl og mangler.

Side af 114 Forrige Næste
52 BEMESTING bodem wordt bespoedigd. Het is duidelijk dat men met bewerking alleen op den duur er niet kan komen, het middel zou erger zijn dan de kwaal en zoo heeft men dan het oog geslagen op de bemesting. Naar mijne persoonlijke ervaring zou ik den stalmest boven alle andere kiezen, zelfs de gewone dessa- of kampongmest geeft goede resultaten, niettegenstaande de weinige zorg die aan de bewaring van den mest wordt besteed, waardoor vele der planten-voedende stoffen verloren gaan. Zeer te betreuren is het dus, dat slechts weinige landen dicht genoeg bij volkrijke dessa’s liggen om daar voldoende hoeveelheid mest te kunnen krijgen. Men zou zelf een veestapel moeten houden en verder allen afval, zooals koffieschillen etc. bij den mest moeten mengen om eenigszins in de behoefte te kunnen voorzien. Zoodoende zijn wij dus aan-gewezen op groene bemesting en kunstmest. Bij groene bemesting planten wij liefst vlinder-bloemige planten, (daar deze, zooals bekend is, de stikstof uit de lucht vastleggen) tusschen de rijen der koffie en snijden van tijd tot tijd de planten af, waarna alles begraven wordt. Deze werkwijze heeft veel succes gegeven, voornamelijk daar waar niet te veel schaduw is, daar de meeste vlinderbloemige planten nog al veel zon vragen. Gaan we over van de cultuur van Java op Liberia of Robusta, dan is het zeer nuttig tegelijk met de nieuwe koffie-soort de vlinderbloemige plant te planten en zoodoende den grond te verbeteren. Ook terreinen waar men eens kweekbedden heeft gehad dient men zoo te behandelen. Onder de gewassen die geschikt zijn voor groene bemesting noem ik de kratok (Phaseolus lunatus), de mdigosoorten, de lamtoro, etc. Wat de aanwending van de kunstmeststoffen aangaat, ik zelf heb ] aren lang op voorschrift van Dr Kramers medegedaan aan eene serie vergelijkende proefnemingen. Daartoe werden vakken, waar-van het aantal koffieboomen bekend was, bemest met verschillende meststoffen z. a. zwavelzure ammoniak, boengkil, phosphorzuur, gips, kali, boengkil 4~ phosphorzuur, boengkilj+'phosphorzuur+kali en eindelijk een vak onbemest gelaten. De oogst van die vakken werd apart gehouden, bereid en het gewicht bepaald. Helaas,