De Koffiecultuur
Forfatter: J. Hagen
År: 1924
Forlag: H. D. Tjeenk Willink & Zoon
Sted: Haarlem
Sider: 95
UDK: 663.93 Hag
Onze koloniale landbouw.
Twaalf populaire handboekjes over nederlandschindische landbouwproducten, onder redactie van dr. j. dekker
Søgning i bogen
Den bedste måde at søge i bogen er ved at downloade PDF'en og søge i den.
Derved får du fremhævet ordene visuelt direkte på billedet af siden.
Digitaliseret bog
Bogens tekst er maskinlæst, så der kan være en del fejl og mangler.
6
COFFEA ARABICA
en vertoonen 9 tot 12 zijnerven aan elke zijde van de hoofdnerf. Hoofdnerf en zijnerven, de laatste zuiver convex verloopend, zijn duidelijk op het heldergroene blad zichtbaar. De bloemen staan ten getale van 3 tot 16 in de oksels der bladeren ; elke groep
Fig. 1. Coffea arabica in vrucht (getopt).
van drie is om-geven door vier schutbladeren, waarvan twee driehoekigzijnen twee een längeren vormhebben. Deze schutbladeren gaan ge-woonlijk niet voorbij den kelk. De bloei duurt kort, maar her-haalt zieh meer-maleninhetjaar. De bloemen, hel-derwit van kleur, verspreiden een aangenamen doordringenden geur, eenigszins, overeenkomend met dien van de
Spaansche jas-mijn. De bloem is kort gesteeld en heeft een kleinen lichtgroenen kelk voorzien van vijf zeer kleine tanden. De bloemkroon, eveneens vijfdeelig, heeft eene buis, die 0,5 c.M. lang is, de slippen zijn lancetvormig en aan den top afgerond, ongeveer 0,3 c.M. lang. Meeldraden, 5 tot 7 in getal, steken naar brüten uit en zijn voorzien van een korten helmdraad (0,15 c.M.) en helmknoppen van 0,6 tot 0,7 c.M. Een stamper die buiten de bloembuis uitsteekt en voorzien is van twee