ForsideBøgerDe Koffiecultuur

De Koffiecultuur

Forfatter: J. Hagen

År: 1924

Forlag: H. D. Tjeenk Willink & Zoon

Sted: Haarlem

Sider: 95

UDK: 663.93 Hag

Onze koloniale landbouw.

Twaalf populaire handboekjes over nederlandschindische landbouwproducten, onder redactie van dr. j. dekker

Søgning i bogen

Den bedste måde at søge i bogen er ved at downloade PDF'en og søge i den.

Derved får du fremhævet ordene visuelt direkte på billedet af siden.

Download PDF

Digitaliseret bog

Bogens tekst er maskinlæst, så der kan være en del fejl og mangler.

Side af 114 Forrige Næste
DE LIBERIAKOFFIE 9 Zij heeft een vleezige schil waaronder een geleiachtige zoet-smakende laag, de z.g. glucoselaag. Deze massa is vastgekleefd op de dünne steenachtige hoornschil, welke op haar beurt het in het zilvervlies omsloten zaad omhult. — De vruchten bevatten meestal twee zaden, welke ovaalvormig zijn en niet den platten kant tegen elkaar liggen. Soms komt slechts één eitje tot ont-wikkeling, dan ontstaat een langwerpigronde boon, die ons de z.g. mannet]es koffie of rondboon levert. Een enkele maal vindt men drie of meer boonen in een bes (Coffea polysperma), deze eigenschap is echter zeer variabel. De Arabica is nu reeds twee eeuwen in onzen archipel in cultuur. In den loop der tijden zijn er in verschillende streken typen ontstaan, eigen aan de standplaats waar zij voorkomen. Deze typen behouden bij overplanting naar andere streken op den duur niet hun aard, maar wijzigen dien in het type van de streek, waar zij geplant worden Zoo onderscheidt men dan ook: Malang-, Menado-, Padang-, Preangerkoffie etc. De Liberiakoffie Naast onze Javakoffie heeft men gedurende een dertigtal jaren op vrij groote schaal de Liberia aangeplant. Deze soort heeft ongetwijfeld uitmuntende eigenschappen en in de eerste jaren waren de verwachtingen zoo hooggespannen, dat men eene ver-vanging van de Java door de Liberia voorspelde. De Liberia komt in het wild voor in Angola en wordt in de Negerrepubliek van dien naam slechts in gekweekten staat aan-getroffen. (Chevalier: Journal d’Agriculture tropicale 1908, no. 79, pag. 8). De eerste bezending zaden in 1873 geimporteerd mislukte geheel; in 1875 echter ontving men te Buitenzorg via den Academie-tuin te Leiden eene hoeveelheid jonge planten, terwijl later nog meer planten werden ontvangen van de Kewgardens. Het verschil tusschen de Java- en de Liberiakoffie is groot.