De Koffiecultuur
Forfatter: J. Hagen
År: 1924
Forlag: H. D. Tjeenk Willink & Zoon
Sted: Haarlem
Sider: 95
UDK: 663.93 Hag
Onze koloniale landbouw.
Twaalf populaire handboekjes over nederlandschindische landbouwproducten, onder redactie van dr. j. dekker
Søgning i bogen
Den bedste måde at søge i bogen er ved at downloade PDF'en og søge i den.
Derved får du fremhævet ordene visuelt direkte på billedet af siden.
Digitaliseret bog
Bogens tekst er maskinlæst, så der kan være en del fejl og mangler.
H
00
DE ROBUSTAKOFFIE
Ned.-Indié, percentsgewijze werd verdeeld: Robusta 84%, Arabica 51/2°/o, Liberica 41l,2°/o> de overige 6% werd ingenomen door de andere nieuwere soorten.
Fig. 12. Dezelfde aanplant op 6-jarigen leeftijd.
De Robustakoffie
Door een onzer emi-nenste planters, de heer H. H. T. van Lennep, werd deze koffie in 1901 ingevoerd. Het was ge-noemden heer reeds lang opgevallen, dat onze Java- en Liberiakoffie teekenen van achteruit-gang vertoonden, over welke omstandigheid dan ook herhaaldelijk door hem werd gespro-ken en geschreven. Toen hij nu in het weekblad „de Indische Mercuur” eene beschrijving las van eene koffiesoort die te Brussel door de Wil-deman uit Afrika was geimporteerd, vielen hem de eigenschappen zoo op, dat hij besloot planten te laten komen. Deze eerste zending, be-
staande uit 160 planten, kwam in goeden toestand aan en werd op de onderneming Karang-Redjo geplant. De boomen sloegen goed aan en bleken hun naam eer aan te doen, het waren robuste planten met flinke groeikracht, groote sterke bladeren en een zeer groote en vlugge productie, zij waren tegen bladziekte bestand en bloeiden herhaalde malen. Terwijl de Java-