ForsideBøgerDe Koffiecultuur

De Koffiecultuur

Forfatter: J. Hagen

År: 1924

Forlag: H. D. Tjeenk Willink & Zoon

Sted: Haarlem

Sider: 95

UDK: 663.93 Hag

Onze koloniale landbouw.

Twaalf populaire handboekjes over nederlandschindische landbouwproducten, onder redactie van dr. j. dekker

Søgning i bogen

Den bedste måde at søge i bogen er ved at downloade PDF'en og søge i den.

Derved får du fremhævet ordene visuelt direkte på billedet af siden.

Download PDF

Digitaliseret bog

Bogens tekst er maskinlæst, så der kan være en del fejl og mangler.

Side af 114 Forrige Næste
PLANTENLUIZEN 57 van de moeder ontwikkelen, komen larven te voorschijn, die zieh onmiddellijk verwij deren om elders voedsel te zoeken. Zij verspreiden zieh dan over de jonge groene deelen van de plant en zuigen zieh vast bij voorkeur aan de jonge takjes en de on-derzijde der bladeren, naast de bladnerven. Na twee vervellingen ontstaan weder geslachtsrijpe wijfjes, die wederom eieren leggen, waartoe bevruchting door het mannelijk dier niet noodig is, daar de eieren het vermögen hebben zieh parthenogenetisch te ontwikkelen. Mannelijke luizen zijn tot nu toe niet gevonden. Het getal eieren dat door een luis gelegd kan worden is zeer groot en kan minstens op 150 worden aangenomen; dat deze plaag dus enorme afmetingen kan aannemen zal niemand meer ver-bazen. De luizen zijn vooral schadelijk, doordat zij aan de door hen bewoonde planten, die voor haar voeding noodige stoffen onttrekken. Bovendien scheiden zij een suikerhoudende stof af, die eveneens van de plant afkomstig is. Komt deze stof op de bladeren, dan geeft zij aanleiding tot de ontwikkeling van eenige zwarte Schimmels, die de bladeren met een zwarte laag over-dekken, zoodat de assimilatie der bladeren wordt belemmerd. Waar men bladluizen aantreft, daar vindt men ook steeds mieren, die aangelokt worden door de zoete stof hierboven vermeid. Of de mieren een rol speien bij de verspreiding der luis, m. a. w. of zij de luizen overdragen naar jonge bladeren is nog een open vraag. Omtrent den invloed van de Gramang-mier op de ontwikkeling der groene luis heeft de heer P. v. d. Goot onderzoekingen ingesteld, die tot de volgende resultaten leidden: i°. dat het sterfte-eijfer der groene luis, bij aanwezigheid der gramang-mier, belangrijk geringer is. 20. dat de ontwikkeling der groene luis snelier en weelderiger is. 30. dat de groene luis in mindere mate door sluipwespjes wordt aangevallen. 40. dat de groene luis gemiddeld 20 maal zooveel nakomelingen voortbrengt. Verdere onderzoekingen van P. v. d. Goot vermelden de volgende resultaten: i°. Gramang-mieren komen alleen talrijk in koffietuinen voor,