ForsideBøgerDe Koffiecultuur

De Koffiecultuur

Forfatter: J. Hagen

År: 1924

Forlag: H. D. Tjeenk Willink & Zoon

Sted: Haarlem

Sider: 95

UDK: 663.93 Hag

Onze koloniale landbouw.

Twaalf populaire handboekjes over nederlandschindische landbouwproducten, onder redactie van dr. j. dekker

Søgning i bogen

Den bedste måde at søge i bogen er ved at downloade PDF'en og søge i den.

Derved får du fremhævet ordene visuelt direkte på billedet af siden.

Download PDF

Digitaliseret bog

Bogens tekst er maskinlæst, så der kan være en del fejl og mangler.

Side af 114 Forrige Næste
56 PLANTENLUIZEN de Robusta, de tweede komt én op de Java én op de Liberia én op de Robusta voor. De aaltj es tasten den hoofdwortel en grootere zijwortels aan; men vindt daaraan dan wondplekken, waarvan de schors is afgestorven, snijdt men de buitenste weefsel-lagen weg, dan vertoont het snijvlak in plaats van de witte kleur van gezonde wortels eene bruine of grijze tint. Om zulke plekken heen vormt de schors eene omwalling; binnen deze is de wortel met een kurkachtig weefsel bedekt, dat wanneer het materiaal inge-droogd is gemakkeüjk tot een brum poeder kan worden gewreven. Wat is tegen deze plaag te doen? Eigenlijk slechts weinig. Zoodra we de zekerheid hebben, dat aaltj es de oorzaak zijn van het pleksgewijze afsterven van onze boomen, dan moeten die plekken afgezonderd en verder niet bewerkt worden, alle ver-keer door die plekken moet worden vermeden, daar men zoo licht de besmetting kan overbrengen. Het beste is zulke plekken met vlinderbloemige gewassen te beplanten en verder aan hun lot over te laten. Is Tylenchus Coffea de boosdoener, dan kan men de besmette plekken herbeplanten met Liberia en deze verenten met Java of Robusta. Hebben we echter met T. acuto-caudatus te doen, dan helpt verenten natuurlijk niet en is langen tijd braak liggen zooals boven beschreven het eenigste wat men kan doen. De beide Tylenchus-soorten zijn gemakkelijk van elkaar te onderscheiden: de T. Coffea n.l. heeft een dikker achterlijf of staartgedeelte dan de T. acutocaudatus. Beide hebben een mond-stekel, waarmede zij in de wortels boren, die van de eerste is echter duidelijker zichtbaar dan die van de laatste. 3. Plantenluizen Hiertoe behooren de Schildluizen (Coccidae) en de Bladluizen (Aphidae). Van de schildluizen is vooral.de groene schildluis, Lecanium vinde, schadelijk. In het kort is de ontwikkeling der schildluizen de volgende: uit de eieren, die zieh onder het schild