ForsideBøgerDe Koffiecultuur

De Koffiecultuur

Forfatter: J. Hagen

År: 1924

Forlag: H. D. Tjeenk Willink & Zoon

Sted: Haarlem

Sider: 95

UDK: 663.93 Hag

Onze koloniale landbouw.

Twaalf populaire handboekjes over nederlandschindische landbouwproducten, onder redactie van dr. j. dekker

Søgning i bogen

Den bedste måde at søge i bogen er ved at downloade PDF'en og søge i den.

Derved får du fremhævet ordene visuelt direkte på billedet af siden.

Download PDF

Digitaliseret bog

Bogens tekst er maskinlæst, så der kan være en del fejl og mangler.

Side af 114 Forrige Næste
VLINDERS 59 4. Vlinders Tot de orde der vlinders behooren eenige rupsen die schadelijk kunnen worden, ik noem slechts de oelar boemi (de rups van A gratis segetum en A gratis suffusa) en de oelar djaran of tjelleng (de rups van Ore-ta extenso). De eerste rups vreet aan den bast der boomen gewoonlijk niet hooger dan een voet boven den grond. Overdag verbergt zieh de rups in den grond om gedurende de avondschemering en den nacht weer te voorschijn te komen. Zij komen het geheele jaar voor, maar worden het schadelijkst in den regentijd. De oelar djaran of tjelleng leeft van de bladeren van de koffie, die zij van den rand af aan de bovenzijde afvreten, de bladnerven en de opperhuid der onderzijde laten zij over. Zij kunnen in verbazend groot aantal voorkomen en in weinige dagen een heele onderneming kaalvreten. — De rupsen worden 4 tot 5 c.M. lang en zijn licht tot donkerbruin gekleurd, geheel onbehaard. De kop is vrij klein en draagt twee korte stompe hoornachtige uitsteeksels: op het achterste lid van den thorax verheft zieh een grooter uitsteeksel, dat achterwaarts is gekromd, terwijl de grootste eigenaardigheid der rups bestaat in een ongeveer een centimeter lange staartvormige verlenging van het laatste lichaams-segment, welk verlengd gedeelte een weinig is gekromd en schuin naar achteren wordt gedragen (naar Dr. Koningsberger). Het eenige wat tegen deze vijanden is te doen is een snel ingrijpen en vlug wegvangen in het allereerste begin der plaag. Is de plaag in het volgende stadium, dan is er slechts heil te verwachten van de natuurlijke vij anden. Hiertoe behooren een groote sluipwesp, eenige kleinere wespen en een wants. De oelar djaran schijnt zieh uitsluitend met Javakoffie te voeden, wel valt zij de Liberia aan, maar moet dit met den dood be-koopen. Of zij de Robusta eveneens aantast, is mij niet bekend. Op stam en takken komt nog de gewone koffieboorder voor, de rups van Zeuzera coffea. De eieren worden door middel van een lange legboor onder den bast van stam of takken gelegd. De jonge rups boort zieh dadelijk na het uitkomen in het merg in, 5