ForsideBøgerDe Koffiecultuur

De Koffiecultuur

Forfatter: J. Hagen

År: 1924

Forlag: H. D. Tjeenk Willink & Zoon

Sted: Haarlem

Sider: 95

UDK: 663.93 Hag

Onze koloniale landbouw.

Twaalf populaire handboekjes over nederlandschindische landbouwproducten, onder redactie van dr. j. dekker

Søgning i bogen

Den bedste måde at søge i bogen er ved at downloade PDF'en og søge i den.

Derved får du fremhævet ordene visuelt direkte på billedet af siden.

Download PDF

Digitaliseret bog

Bogens tekst er maskinlæst, så der kan være en del fejl og mangler.

Side af 114 Forrige Næste
42 PLANTEN beide zijden toegespitst in het overlangs gespleten stammetje vastgezet, waarover men dan een reageerbuisje zet. De eerste methode is bekend als de methode-Riemsdijk, de tweede is de methode-Butin Schaap. Ik zal deze methoden niet in bijzonder-heden beschrijven, zij zijn uitvoerig in de Koffie-Gids en andere periodieken behandele!. Alleen wil ik er op wijzen, dat takenten den habitus behouden van de takken en dus nooit de hoogte ingroeien, zij spreiden zieh dus over den grond uit. Topenten behouden eveneens hun habitus, zoodat men deze zal kiezen voor opgaande plantsoenen. Ook oculeeren gaat bij koffie zeer goed en wel met de omgekeerde T-snede. Het voordeel van deze be-werking is, dat men minstens tweemaal zoo snelle vermenigvul-diging krijgt als bij de enterij. Of echter deze methode inderdaad practische voordeelen heeft, zal eerst bij toepassing in het groot moeten blijken. f. Planten Zijn de plantjes groot genoeg, en zijn de regens goed door-gekomen, dan kunnen zij in de tuinen overgeplant worden. Zij hebben dan vijf tot acht stel bladeren, het eerste paar takjes is op komst. Het uitplanten kan ook weer op twee wijzen geschieden, n.l. met de kluit en zonder In het algemeen zal de tweede manier gekozen worden, daar zij veel goedkooper is en de koffie het overplanten zonder kluit (als tjaboetan) zeer goed verdraagt. Bovendien kan men nu het wortelstelsel goed onderzoeken. — Toch kunnen er omstandigheden zijn, die ons dwingen met de kluit (als poeteran) te planten, b.v. daar waar we te doen hebben met zware klei, zoodat het niet mogelijk is de bibit zonder groote beschadiging der wortels uit de bedden te lichten. Voor den aanplant worden natuurlijk de mooiste exemplaren gekozen, stevige donkergroene boompjes zonder eenig spoor van ziekte. Körnen er op de bedden planten voor, die geelachtig zijn met omgekrulde bladeren, dan kan men te doen hebben met z.g.