De Koffiecultuur
Forfatter: J. Hagen
År: 1924
Forlag: H. D. Tjeenk Willink & Zoon
Sted: Haarlem
Sider: 95
UDK: 663.93 Hag
Onze koloniale landbouw.
Twaalf populaire handboekjes over nederlandschindische landbouwproducten, onder redactie van dr. j. dekker
Søgning i bogen
Den bedste måde at søge i bogen er ved at downloade PDF'en og søge i den.
Derved får du fremhævet ordene visuelt direkte på billedet af siden.
Digitaliseret bog
Bogens tekst er maskinlæst, så der kan være en del fejl og mangler.
ONDERHOUD
47
h. Onderhoud
Is de aanplant in den grond, dan begint hij ook direct het noodige onderhoud te vragen, men kan hem niet te goed en te minutieus verzorgen. Zeer spoedig zien we hier en daar een alang-alang plantje opkomen en, behalve deze, de noodige siechte grassoorten, zooals het beruchte paitan-gras, tekie etc. Deze plantj es dienen met wortel en al weggevorkt te worden. Doet men dit geregeld en met alle zorg, dan zal men er later als de schaduw en de koffie groot zijn weinig last meer van hebben. Op de vlakke en weinig hellende stukken zou ik er voor zijn den aanplant altijd ragschoon te houden, en al het mogelijke doen om den grond met eene bladlaag bedekt te krijgen; heeft men zware Hellingen, dan zouden de goedaardige onkruiden gespaard kunnen blijven, terwijl de terrassen schoon moeten blijven. De in de laatste jaren zieh zoo sterk uitbreidende bessen-boeboek plaag, waarover later meer in bijzonderheden zal worden gehandelt!, maakt ook schoone tuinen noodig. Het is toch, zooals we zullen zien, noodzakelijk alle afgevallen bessen zoo minutieus mogelijk te verzamelen. In den regel geeft men de jonge boompjes ongeveer twee maanden na de uitplanting eene flinke grondbewerking met de patjoel en herhaalt dit nog een of twee malen in het eerste jaar. Is het terrein hellend, dan profiteert men van de gelegenheid om de kleine terrassen langzamerhand grooter te maken. Dan kan men ook met succes blinde goten maken, om den door zware regens afspoelenden bovengrond op te vangen. Zoo behandele! zal de koffie zieh goed ontwikkelen en langzamerhand een gesloten aan-plant worden, waardoor de ontwikkeling van het onkruid. zeer belemmerd wordt; zooals gezegd, moet men alles doen om een flinke bladlaag te krijgen, voor afspoeling behoeft men dan niet te vreezen en de haarwortels der koffie voelen zieh bijzonder thuis in die laag. Is eenmaal deze toestand geschapen, dan zou ik niet meer in den grond met de patjoel werken. Het patjoelen, ja dan neen, in oude tuinen, is ook jaren lang een strijdvraag geweest. De eene practicus kon nooit genoeg in den grond werken, de andere bewerkte de tuinen niet meer wanneer de